→ Czas Przeszły → Öğrenmeye Başla / MP3 Flashcards indir

soru		cevap
Aankomen öğrenmeye başla		Zijn aangekomen kwamen aan kwam aan
Aantrekken öğrenmeye başla		Hebben aangetrokken trokken aan trok aan
Aanvragen öğrenmeye başla		Hebben aangevraagd vroegen aan vroeg aan
Aanwijzen öğrenmeye başla		Hebben aangewezen wezen aan wees aan
Afspreken öğrenmeye başla		Hebben afgesproken spraken af sprak af
Bakken öğrenmeye başla		Hebben gebakken bakten bakte
Bedenken öğrenmeye başla		Hebben bedacht bedachten bedacht
Beginnen öğrenmeye başla		Zijn begonnen begonnen begon
Begrijpen öğrenmeye başla		Hebben begrepen begrepen begreep
Beschrijven öğrenmeye başla		Hebben beschreven beschreven beschreef
Besluiten öğrenmeye başla		Hebben besloten besloten besloot
Bespreken öğrenmeye başla		Hebben besproken bespraken besprak
Bestaan öğrenmeye başla		Hebben bestaan bestonden bestond
Bevallen öğrenmeye başla		zijn bevallen bevielen beviel
Bewegen öğrenmeye başla		Hebben bewogen bewogen bewoog
Bezoeken öğrenmeye başla		Hebben bezocht bezochten bezocht
Bieden öğrenmeye başla		Hebben geboden boden bood
Bijten öğrenmeye başla		hebben gebeten beten beet
Binnenkomen öğrenmeye başla		zijn binnengekomen kwamen binnen kwam binnen
Blijven öğrenmeye başla		Zijn gebleven bleven bleef
Breken öğrenmeye başla		hebben gebroken braken brak
Brengen öğrenmeye başla		hebben gebracht brachten bracht
Denken öğrenmeye başla		hebben gedacht dachten dacht
Doen öğrenmeye başla		hebben gedaan deden deed
Doorgaan öğrenmeye başla		zijn doorgegaan gingen door ging door
doorgeven öğrenmeye başla		hebben doorgegeven gaven door gaf door
Dragen öğrenmeye başla		hebben gedragen droegen droeg
Drinken öğrenmeye başla		hebben gedronken dronken dronk
eten öğrenmeye başla		hebben gegeten aten at
gaan öğrenmeye başla		zijn gegaan gingen ging
genieten öğrenmeye başla		hebben genoten genoten genoot
geven öğrenmeye başla		hebben gegeven gaven gaf
hangen öğrenmeye başla		hebben gehangen hingen hing
Hebben öğrenmeye başla		Hebben gehad hadden had
Helpen öğrenmeye başla		Hebben geholpen hielpen hielp
Houden öğrenmeye başla		hebben gehouden hielden hield
inschrijven öğrenmeye başla		Hebben ingeschreven schreven in schreef in
Kiezen öğrenmeye başla		Hebben gekozen kozen koos
Kijken öğrenmeye başla		hebben gekeken keken keek
Komen öğrenmeye başla		zijn gekomen kwamen kwam
Kopen öğrenmeye başla		hebben gekocht kochten kocht
Krijgen öğrenmeye başla		Hebben gekregen kregen kreeg
Kunnen öğrenmeye başla		hebben gekund konden kon
Lachen öğrenmeye başla		hebben gelachen lachten lachte
Laten öğrenmeye başla		hebben gelaten lieten liet
Lesgeven öğrenmeye başla		hebben lesgegeven gaven les gaf les
Lezen öğrenmeye başla		hebben gelezen lazen las
liggen öğrenmeye başla		hebben gelegen lagen lag
lopen öğrenmeye başla		zijn gelopen liepen liep
meenemen öğrenmeye başla		hebben meegenomen namen mee nam mee
meten öğrenmeye başla		Hebben gemeten maten mat
Klinken öğrenmeye başla		klonk klonken
Heten öğrenmeye başla		Heette heetten
Hoeven öğrenmeye başla		hoefde hoefden
eruitzien öğrenmeye başla		zag eruit zagen eruit
moeten öğrenmeye başla		moest
mogen öğrenmeye başla		mocht
nemen öğrenmeye başla		hebben genomen namen nam
omgaan öğrenmeye başla		zijn omgegaan gingen om ging om
onthouden öğrenmeye başla		hebben onthouden onthielden onthield
ontvangen öğrenmeye başla		hebben ontvangen ontvingen ontving
ophangen öğrenmeye başla		hebben opgehangen hingen op hing op
opnemen öğrenmeye başla		hebben opgenomen namen op nam op
opstaan öğrenmeye başla		zijn opgestaan stonden op stond op
opzoeken öğrenmeye başla		hebben opgezocht zochten op zocht op
overlijden öğrenmeye başla		zijn overleden overleden overleed
oversteken öğrenmeye başla		zijn overgestoken staken over stak over
rijden öğrenmeye başla		hebben gereden reden reed
roepen öğrenmeye başla		hebben geroepen riepen riep
ruiken öğrenmeye başla		hebben geroken roken rook
scheiden öğrenmeye başla		zijn gescheiden scheidden scheidde
schijnen öğrenmeye başla		scheen schenen
schrijven öğrenmeye başla		hebben geschreven schreven schreef
schrikken öğrenmeye başla		zijn geschrokken schrokken schrok
slaan öğrenmeye başla		hebben geslagen sloegen sloeg
slapen öğrenmeye başla		hebben geslapen sliepen sliep
sluiten öğrenmeye başla		hebben/ zijn gesloten sloot
snijden öğrenmeye başla		hebben gesneden sneed
spreken öğrenmeye başla		hebben gesproken sprak
springen öğrenmeye başla		hebben /zijn gesprongen sprongen sprong
staan öğrenmeye başla		hebben gestaan stonden stond
stelen öğrenmeye başla		hebben gestolen stalen stal
sterven öğrenmeye başla		zijn gestorven stierven stierf
stinken öğrenmeye başla		stonk stonken
strijken öğrenmeye başla		hebben gestreken streken streek
trekken öğrenmeye başla		hebben getrokken trokken trok
uitgaan öğrenmeye başla		zijn uitgegaan gingen uit ging uit
uitzoek öğrenmeye başla		hebben uitgezocht zochten uit zocht uit
vallen öğrenmeye başla		zijn gevallen vielen viel
vangen öğrenmeye başla		hebben gevangen vingen ving
varen öğrenmeye başla		hebben / zijn gevaren voeren
vasthouden öğrenmeye başla		hebben vastgehouden hielden vast hield vast
vechten öğrenmeye başla		hebben gevochten vochten vocht
verbieden öğrenmeye başla		hebben verboden verbood
vergeten öğrenmeye başla		zijn vergeten vergat
verkopen öğrenmeye başla		hebben verkocht vergat
verliezen öğrenmeye başla		hebben / zijn verloren verloor
verstaan öğrenmeye başla		hebben verstaan verstond
vertrekken öğrenmeye başla		zijn vertrokken vertrok
vinden öğrenmeye başla		hebben gevonden vond
vragen öğrenmeye başla		hebben gevraagd vroeg
vriezen öğrenmeye başla		het heeft gevroren vroren vroor
wassen öğrenmeye başla		hebben gewassen waste
wegen öğrenmeye başla		hebben gewogen woog
weggaan öğrenmeye başla		zijn weggegaan ging weg
weten öğrenmeye başla		hebben geweten wist
winnen öğrenmeye başla		hebben gewonnen won
worden öğrenmeye başla		zijn geworden werd
zeggen öğrenmeye başla		hebben gezegd zeiden zei
zien öğrenmeye başla		hebben gezegd zagen zag
zijn öğrenmeye başla		zijn geweest waren was
zingen öğrenmeye başla		hebben gezien zagen zag
zingen öğrenmeye başla		hebben gezongen zong
zitten öğrenmeye başla		hebben gezeten zaten zat
zoeken öğrenmeye başla		hebben gezocht zaten zat
zoeken öğrenmeye başla		hebben gezocht zochten zocht
zullen öğrenmeye başla		zou zouden
zwemmen öğrenmeye başla		hebben / zijn gezwommen zwommen zwom

czas przeszły

Yorum yapmak için giriş yapmalısınız.

Daha fazlası