→ De Populairste Engelse Woorden 151 - 200 → Öğrenmeye Başla / MP3 Flashcards indir

soru		cevap
before What happened before I came? öğrenmeye başla		voor, voordat Wat was er gebeurd voordat ik kwam?
better My car is better than yours. öğrenmeye başla		beter Mijn kat is beter dan de jouwe.
their Their house is too small. öğrenmeye başla		hun Hun huis is te klein.
other Do you have any other idea? öğrenmeye başla		ander, andere Heb je een ander idee?
to talk I'm going to talk to your parents. öğrenmeye başla		praten Ik ga met jouw ouders praten.
after It's dangerous to go out after midnight. öğrenmeye başla		na Het is gevaarlijk om na middernacht naar buiten te gaan.
maybe Maybe she can help you. öğrenmeye başla		misschien Misschien kan zij je helpen.
great The movie was great! öğrenmeye başla		prachtig, geweldig De film was prachtig!
than I'm taller than you. öğrenmeye başla		dan Ik ben groter dan jou.
those Those chairs are uncomfortable. öğrenmeye başla		die Die stoelen zijn ongemakkelijk.
always I will always love you. öğrenmeye başla		altijd Ik zal altijd van je houden.
thought Past simple van "to think" I thought about him. öğrenmeye başla		dacht, dachten Ik dacht aan hem.
long Your hair is so long. öğrenmeye başla		lang Je haar is zo lang.
money I don't have any money. öğrenmeye başla		geld Ik heb geen geld.
old My father is old. öğrenmeye başla		oud Mijn vader is oud.
everything Everything will be alright. öğrenmeye başla		alles Alles komt goed.
to leave Don't leave me. öğrenmeye başla		verlaten, laten Laat me niet alleen.
to keep Keep the change. öğrenmeye başla		houden Houd het wisselgeld.
new Look at my new phone. öğrenmeye başla		nieuw Kijk mijn nieuw telefoon maar aan.
told Past simple van "to tell" I told you it was a stupid idea. öğrenmeye başla		vertelde, vertelden Ik vertelde je dat het een dom idee was.
things Are those things yours? öğrenmeye başla		dingen, zaken Zijn deze zaken van jou?
name What's your name? öğrenmeye başla		de naam Wat is jouw naam?
last Last year I was abroad. öğrenmeye başla		vorig ook: "laatst" Vorig jaar was ik in het buitenland.
father My father is a taxi driver. öğrenmeye başla		de vader Mijn vader is taxichauffeur.
around We can meet around five o'clock. öğrenmeye başla		rond We kunnen elkaar rond fijf uur ontmoeten.
years meervoud van "year" I'm nineteen years old. öğrenmeye başla		jaar, jaren Ik ben negentien jaar oud.
does he, she, it He does it every day. öğrenmeye başla		doet Hij doet het elke dag.
hello Hello everyone! öğrenmeye başla		hallo Hallo allen!
ever Have you ever been to Liverpool? öğrenmeye başla		ooit Ben je ooit in Liverpool geweest?
place Paris is the most romantic place in the world. öğrenmeye başla		de plaats, de plek Parijs is de meest romantische plek ter wereld.
big You have a big nose. öğrenmeye başla		groot Je hebt een grote neus.
nice She is so nice! öğrenmeye başla		aardig, lief Ze is zo aardig!
doesn't does + not He doesn't do anything. öğrenmeye başla		niet Hij doet niets.
isn't is + not It isn't important. öğrenmeye başla		niet Het is niet belangrijk.
to feel What do you feel? öğrenmeye başla		voelen Wat voel je?
girl This girl is my sister. öğrenmeye başla		het meisje Dit meisje is mijn zus.
to stay Can't you stay longer with us? öğrenmeye başla		blijven Kan je niet langer met ons blijven?
to believe I don't believe them. öğrenmeye başla		geloven Ik geloof hun niet.
thanks Thanks for your help. öğrenmeye başla		bedankt Bedankt voor je hulp.
made Made in China. öğrenmeye başla		gemaakt Gemaakt in China.
mother Their mother works as a secretary. öğrenmeye başla		de moeder Hun moeder werkt als secretaresse.
to listen Listen to this song. öğrenmeye başla		luisteren Luister naar dit lied.
three I work three days a week. öğrenmeye başla		drie Ik werk drie dagen per week.
may May I go with you? öğrenmeye başla		mag, mogen Mag ik met jou mee?
guy That guy is handsome. öğrenmeye başla		kerel Die kerel is knap.
to hear Can you hear me? öğrenmeye başla		horen Kan je mij horen?
to understand I don't understand. öğrenmeye başla		begrijpen Ik begrijp het niet.
coming Present participle van "to come" Are you coming with me? öğrenmeye başla		kom, komen Kom je met me mee?
world The world is big. öğrenmeye başla		de wereld De wereld is groot.
enough We don't have enough eggs. öğrenmeye başla		genoeg We hebben niet genoeg eiren.

De populairste Engelse woorden 151 - 200

Yorum yapmak için giriş yapmalısınız.

Daha fazlası