1. beginnen
Ge moet onmiddellijk beginnen.
Het leven is als ganzenborden: je kunt altijd opnieuw beginnen, tenzij je in de put blijft zitten.
Om te beginnen moeten we beslissen over de naam.
Wat zou ik toch moeten beginnen zonder jou?
We zouden enkele basisregels moeten vaststellen voor we eraan beginnen.
Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.
begin, begint, beginnen; begon, begonnen; ik ben begonnen
Als we hier stoppen, moeten we helemaal opnieuw van nul beginnen!
beginnen, begon, begonnen. Een uur geleden begon het weer plots te veranderen. Is het onderzoek naar de oorzaak van het ongeval al begonnen?
Ik ga beginnen.
Een brief beginnen is altijd moeilijk.
Veel Amerikanen voelen zich ongemakkelijk bij een stilte, en ze beschouwen een stilte tijdens een gesprek als een teken dat ze zelf moeten beginnen spreken.
Vanaf volgende week hebben we tussentijdse examens. Denk eraan dat voor de vragen die je dan krijgt een enkel nachtje blokken onvoldoende is. Je moet echt nu beginnen!
Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.
Je zou echt eens moeten beginnen denken voor je jouw mond open doet, je zou op die manier veel misverstanden kunnen vermijden.
Hollandalı kelime "start"(beginnen) kümelerde oluşur:
de frequentste onregelmatige werkwoorden2000 Most Used Dutch Words (1/2)Werkwoorden op frekwentiewoordjes hst 72. begin
Ik was van in het begin al niet van plan om in een grote stad te wonen.
Ik begin vanavond.
Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.
In het begin had hij een hekel aan haar, maar na verloop van tijd ging hij van haar houden.
Wat wordt het morgen? Het begin of het einde?
Met dat als begin werden veel Europese gedichten en werd veel literatuur geïntroduceerd.
Mijn broer heeft haar van in het begin geminacht.
Verwonderd zijn, zich iets afvragen, is het begin van het begrip.
De mensen aten met hun vingers sinds het begin van de geschiedenis.
Laten we bij het begin beginnen.
Je bent nog maar aan het begin van je leven, wees niet zo wanhopig!
Ze zal aankomen in Tokio begin volgende maand.
De geboorte is, in zekere zin, het begin van de dood.
Begin maart viel de dooi in en lag het meer al gauw vol ijsschotsen, en op één daarvan zat een klein, eenzaam poesje.