1. beide
Beide uitspraken zijn juist.
Doe het met beide handen.
De Canadese Dankzeggingsdag en de Columbusdag in de Verenigde Staten van Amerika vallen samen, daarom maken Esperantosprekers uit beide landen van de gelegenheid gebruik om een internationale bijeenkomst te hebben.
Beide zussen zijn erg knap.
De beide vrienden kusten elkaar innig, en Manilov bracht zijn gast naar de kamer.
Zijn beide ouders zijn dood.
Ik heb geen van beide boeken gelezen.
Beide broers zijn nog in leven.
Beide zijn we op zoek naar iets wat er niet is.
Werk en vermaak zijn beide nodig voor de gezondheid; het ene geeft ons rust, het andere geeft energie.
Beide zussen zijn blondines.
Tegenover het museum zult ge twee gebouwen zien, en het restaurant is het grootste van beide.
Als de vertaler vertaalt tussen zijn moedertaal en Esperanto, kan hij beide talen beheersen.
Beide landen hebben onderhandeld over een verdrag.
Beide verhalen zijn waar.
2. tweede
Dat is zijn tweede opeenvolgende overwinning.
De tweede les is heel gemakkelijk.
Dat is tweede keus.
Over het algemeen weet men maar weinig over niet-lineaire differentiaalvergelijkingen van de tweede orde.
Ik ben niet gewonnen, maar was wel tweede.
De Tweede Wereldoorlog brak uit in 1939.
Men veronderstelde dat hij gedood was tijdens de tweede wereldoorlog.
Onze vriend is als tweede geëindigd in de race.
Je krijgt nooit een tweede kans om een eerste indruk te maken.
De gitarist van Bang wordt volgens een aankondiging door de woordvoerder van de groep voor de tweede keer vader.
Het woordaccent ligt op de tweede lettergreep.
Welke is completer, de eerste druk of de tweede?
Laten we het tweede probleem behandelen, goed?
Gerhard Schröder is de eerste Duitse kanselier die de Tweede Wereldoorlog niet meegemaakt heeft.
Dokters weigerden om een tweede operatie uit te voeren.