sözlük Hollandalı - Rus

Nederlands, Vlaams - русский язык

huisvrouw Rusçada:

1. домохозяйка


Моя мама занимается домом - она домохозяйка.

ile başlayan diğer kelimelerH"

huisgenoot Rusçada
huishouden Rusçada
huisje Rusçada
humeur Rusçada
humeurig Rusçada
hun Rusçada

huisvrouw diğer sözlüklerde

huisvrouw Arapçada
huisvrouw Çek
huisvrouw Almanca
huisvrouw ingilizce
huisvrouw İspanyolcada
huisvrouw Fransızcada
huisvrouw Hintçe sonra
huisvrouw Endonezya dilinde
huisvrouw İtalyancada
huisvrouw Gürcüce
huisvrouw Litvanya'da
huisvrouw Norveççe
huisvrouw Lehçe dilinde
huisvrouw Portekizce
huisvrouw Romen dilinde
huisvrouw Slovakça'da
huisvrouw İsveççe
huisvrouw bacak bacak üstüne atmış
huisvrouw Vietnamca
huisvrouw Çince