1.
aankomen
De brief zal morgen aankomen.
De politie zal straks aankomen op de plaats van de misdaad.
Je zult er op tijd aankomen, zolang je tenminste de trein niet mist.
Door de storm zijn we niet op de voorziene tijd kunnen aankomen.
Ik zal een beetje laat aankomen.
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
Ze zal aankomen in Tokio begin volgende maand.
Ze zullen wellicht volgende week aankomen.
Hollandalı kelime "przyjazd"(aankomen) kümelerde oluşur:
dzień pierwszy2.
aankomst
Hij is gestorven voor mijn aankomst.
Schrijf mij a.u.b. een brief na uw aankomst.
Hollandalı kelime "przyjazd"(aankomst) kümelerde oluşur:
Reizen en de weg vragenTaaltalent 4Język holenderski