sözlük Lehçe - Hollandalı

język polski - Nederlands, Vlaams

zobaczyć Hollandaca:

1. zien


Zij zien Dan.
Omdat licht sneller reist dan geluid zien we de bliksem voordat we de donder horen.
Te veel kaderleden geven tegenwoordig geld uit dat ze niet verdiend hebben, om dingen te kopen die ze niet nodig hebben, om indruk te maken op mensen die ze niet eens graag zien.
Omdat we van jullie houden, zijn we Tatoeba aan het updaten om jullie een betere gebruikerservaring te geven. Zien jullie wel? We houden van jullie, hè?
Als jullie de Popescu's zien, doe ze dan alsjeblieft de groeten van ons.
Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.
Gezien ik hem morgen zal zien kan ik hem een boodschap doorgeven, als je dat wilt.
Vertel het me alsjeblieft als het mogelijk is om aan een meisje te zien of ze een vriendje heeft of niet.
Voor zover ik kon zien, was hij aan het experimenteren met nieuwe methodes.
Ik heb u nooit zien koken. Kunt gij werkelijk iets klaarmaken?
Je gezicht is overal op BBC te zien, Dima! riep Al-Sayib uit. Ze zeggen dat je met 25 mannen hebt geslapen en ze daarna vermoord hebt! Hoe heb je dat in vredesnaam gedaan?!"
Iedereen, die Esperanto gebruikt of er voor werkt, is esperantist, en iedere esperantist heeft het volle recht in Esperanto alleen een eenvoudige taal te zien, een koud middel om elkaar internationaal te verstaan.
Als mensen ziek zijn, zullen ze zich bang en bezorgd voelen. Ze voelen dat ze de geest kunnen zien.
Als ik Anca zou zien, zou ik haar waarschijnlijk niet herkennen.
Tegenover het museum zult ge twee gebouwen zien, en het restaurant is het grootste van beide.

Hollandalı kelime "zobaczyć"(zien) kümelerde oluşur:

holenderskie słówka

2. bekijken


We moeten het totale aanbod goed bekijken.
Niet alleen niet nu, maar nooit zal ik zo'n lelijke film bekijken.
De meisjes bekijken elkaar.
Ik kan deze foto niet bekijken zonder heel erg droef te worden.

Hollandalı kelime "zobaczyć"(bekijken) kümelerde oluşur:

WONEN - słownictwo związane z tekstem (oefening 2)