sözlük Romen - Hollandalı

limba română - Nederlands, Vlaams

bate Hollandaca:

1. slaan slaan


Men mag niet kinderen slaan.
Wie een hond wil slaan, vindt altijd een stok.
Toen ik hier pas was komen wonen, was er hier vlakbij een rotonde waarbij je rechts moest voorsorteren om linksaf te slaan. Die was vast door een Belgische aannemer gebouwd.
En ze liep onmiddellijk om haar te slaan.
Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.

2. klap klap


De eerste klap is een daalder waard.
De jongedame gaf de man die haar in haar billen geknepen had een klap.