1. toevoegen
U moet nog peper en zout aan de zoep toevoegen.
Je kan zinnen toevoegen die je zelf niet kan vertalen. Misschien kan iemand anders het wel!
Ik zou een nieuw punt willen toevoegen.
Misschien moet ik ook maar eens wat zinnen zonder vertaling toevoegen. Zo kun je heel snel de rating van je taal verbeteren.
In het Esperanto eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een a. Het meervoud wordt gevormd door toevoegen van een j.
Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar mond wou maar niet openen.
Verander geen zinnen die correct zijn. In plaats daarvan kun je natuurlijk klinkende alternatieve vertalingen toevoegen.
2. verder
Ze eet geen geen gebakjes om niet verder aan te komen.
De strijd gaat verder!
In het noorden ligt Schotland, in het zuiden Engeland, in het westen Wales, en nog verder naar het westen Noord-Ierland.
Laten we verder gaan!
De autoweg ging verder in een wijde boog.
Ik wil verder niets meer met ze te maken hebben.
Johannes-Paulus II was de eerste paus, die zijn Paaszegen ook in Esperanto uitsprak, namelijk op 3 april 1994; de Kerstwens van dat jaar was eveneens in Esperanto. Hij ging daarmee verder in de volgende jaren en zijn opvolger deed dat ook.
Dan ga ik wel Sudoku spelen, in plaats van jou nog verder te storen.
Zelfs als het bij de eerste poging niet lukt, kunnen we verder neuken tot ik zwanger word.
En verder?
Hij ziet niet verder dan zijn neus lang is.
Nog één inspanning, en je komt verder in het leven.
Zonder fantasie zouden mensen de moed verliezen om verder te leven.
Ge kunt de taal verder leren over internet.
Morgen zien we wel verder.
3. extra
We hebben geen extra geld.
Kleef een extra postzegel op de omslag.