→ Dutch In Three Months → Öğrenmeye Başla / MP3 Flashcards indir

soru		cevap
He lives near my house. öğrenmeye başla		Hij woont in de buurt van mijn huis.
I love you. öğrenmeye başla		Ik hou van jou.
How long did it take you to do it? öğrenmeye başla		Hoe lang duurde het voordat je het deed? Hoe lang duurde het voordat je het deed? Hoe lang
how much does it cost? öğrenmeye başla		hoeveel kost het?
can you repeat that, please? öğrenmeye başla		kan je dat herhalen, alsjeblieft?
I don't understand. öğrenmeye başla		Ik begrijp het niet.
I don't speak Dutch. öğrenmeye başla		Ik spreek geen Nederlands.
what time is it? öğrenmeye başla		hoe laat is het?
I want to know. öğrenmeye başla		Ik wil het weten.
What do you mean? öğrenmeye başla		Wat bedoelt u?
Give me an example. öğrenmeye başla		Geef me een voorbeeld.
What is the difference between A and B? öğrenmeye başla		Wat is het verschil tussen A en B?
Nice to meet you! öğrenmeye başla		Leuk om je te ontmoeten!
Can you help me? öğrenmeye başla		Kun je me helpen?
have fun öğrenmeye başla		plezier hebben
Can you write it down? öğrenmeye başla		Kun je het opschrijven?
Can you speak more slowly? öğrenmeye başla		Kun je wat langzamer praten?
Can you repeat that? öğrenmeye başla		Kun je dat herhalen?
Say it in a different language. öğrenmeye başla		Zeg het in een andere taal.
Igbal and Anar play piano. öğrenmeye başla		Igbal en Anar spelen piano.

Dutch in three months