En, of, maar, dus... - And, or, but, so...

 0    20 flashcards    Engnl1
mp3 indir Baskı oynamak kendini kontrol et
 
soru cevap
en
Ik wil melk en een fles water.
öğrenmeye başla
and
I want milk and a bottle of water.
of
Thee of koffie?
öğrenmeye başla
or
Tea or coffee?
maar
Ik wil wel, maar ik kan niet.
öğrenmeye başla
but
I want but I can't.
dus
Ik had honger dus ik ging iets eten.
öğrenmeye başla
so
I was hungry so I went to eat something.
want
Ik kan niet komen want ik ben ziek.
öğrenmeye başla
because
I can't come because I'm sick.
ook
Jij zou ook de kathedraal bezoeken.
öğrenmeye başla
too
You should visit the cathedral, too.
dat
Weet je dat ik je mag?
öğrenmeye başla
that
Do you know that I like you?
als
Als het regent, gaan we naar de bioscoop.
öğrenmeye başla
if
If it rains, we will go to the cinema.
dan
Ik ben intelligenter dan jij.
öğrenmeye başla
than
I'm smarter than you.
(alleen) maar
Ik heb maar 5 minuten.
öğrenmeye başla
only
I've got only 5 minutes.
weining
We hebben te weinig tijd.
öğrenmeye başla
little
We have too little time.
een beetje
We zijn een beetje teleurgesteld.
öğrenmeye başla
a little
We're a little disappointed.
veel
M'n ouders hebben veel foto's gemaakt.
öğrenmeye başla
a lot
My parents took a lot of photos.
enkel
Ik heb enkele vrienden ontmoet.
öğrenmeye başla
a few
I met a few friends.
meer
Volgend jaar wil ik meer zien.
öğrenmeye başla
more
Next year I want to see more.
minder
De galerie was minder interessant dan het concert.
öğrenmeye başla
less
The gallery was less interesting than the concert.
erg
ook: "heel", "zeer"
Ik ben erg verheugd.
öğrenmeye başla
very
I'm very excited.
met
Hij ging naar de kerk met z'n vriendin.
öğrenmeye başla
with
He went to church with his girlfriend.
als
Ik werk als toeristengids.
öğrenmeye başla
as
I work as a tourist guide.
misschien
Misschien heb ik me vergist.
öğrenmeye başla
maybe
Maybe I was wrong.

Yorum yapmak için giriş yapmalısınız.